Een maagbandoperatie is ingrijpend en niet zonder risico. Daarom komt niet iedereen zonder meer in aanmerking voor deze ingreep. Om de ingreep te kunnen ondergaan moet u al langere tijd last hebben van een extreem overgewicht. Dat houdt in een BMI van 40 of hoger óf een BMI tussen 35 en 40 gecombineerd met bijkomende lichamelijke problemen zoals hart- en vaatziekten, hoge bloeddruk, gewrichtsklachten en/of diabetes. Daarnaast moet u op andere manieren al meerdere goede pogingen hebben gedaan om uw overgewicht te beperken, bijvoorbeeld door een dieet te volgen. Ook moet u op psychisch gebied stabiel zijn. Wanneer dit bij u het geval is, kunt u aan de chirurg vragen of hij een maagbandje wil plaatsen. Daarna hebt u gesprekken met de internist, de diëtist en de psycholoog. Tot slot beoordelen al deze specialisten gezamenlijk of u in aanmerking komt voor een maagbandoperatie. Zij zullen daarbij, net als u, bekijken of de gevaren van de ingreep opwegen tegen de gevaren van uw overgewicht.
Het behandelteam bij een maagbandoperatie
Voordat besloten wordt of een operatie voor u mogelijk een geschikte behandeling is, wordt u doorverwezen naar het behandelend team. Dit team bestaat naast de chirurg uit een obesitasverpleegkundige, een diëtiste, een psycholoog en een internist.
Overgewicht is een levenslang probleem, ook als u een operatie ondergaat. Daarom ziet u niet alleen de chirurg, maar wordt u ook begeleid door de andere genoemde behandelaars, ieder op hun eigen vakgebied. De hele periode vanaf het intakegesprek tot de uitslag duurt gemiddeld drie maanden. Als u bij alle behandelaars uit het team geweest bent, bespreken zij gezamenlijk uw situatie. Het team besluit dan of u in aanmerking komt voor een operatie en zo ja, welke ingreep voor u het meest geschikt is (bijvoorbeeld een maagbandje of een maagverkleining). Hierna krijgt u een afspraak op de polikliniek Heelkunde (chirurgie) waar de obesitasverpleegkundige en de chirurg het besluit persoonlijk met u bespreken. Wanneer u in aanmerking komt voor de ingreep en u besluit dat u zelf deze operatie ook (nog steeds) wilt, komt u op de wachtlijst voor een opname. Ook krijgt u dan informatiemateriaal mee over de ingreep die voor u van toepassing is.
De ingreep
Voor een maagbandoperatie moet u 1 à 2 dagen in het ziekenhuis worden opgenomen. Tijdens de operatie plaatst de chirurg een bandje om de overgang van de slokdarm naar de maag. Zo wordt de ingang van uw maag kleiner. Dit gebeurt via een zogeheten kijkoperatie. Allereerst brengt de chirurg via een klein sneetje in uw huid een kijkbuis (laparoscoop) in uw buik. Vervolgens plaatst hij het bandje en trekt dit enigszins aan (vergelijkbaar met een broekriem die uw middel insnoert). De band wordt met een hechting vastgezet. Er zit een opblaasbaar gedeelte in de band. Zo nodig kan dit gedeelte later worden bijgevuld met vloeistof door de obesitasverpleegkundige en/of de chirurg. Hierdoor wordt de ingang van uw maag nog kleiner. De ingreep gebeurt onder algehele narcose. De operatie duurt een half uur tot een uur.
De risico’s van de operatie
Iedere operatie brengt risico’s met zich mee. De risico’s van een maagbandoperatie zijn gelijk aan die van elke grotere operatie. Hoewel slechts een klein percentage van de patiënten last van deze verschijnselen krijgt, is het toch belangrijk om dit te weten. U weet dan goed waar u aan begint. Er zijn twee soorten risico’s: complicaties die al tijdens of snel na de operatie kunnen optreden, en complicaties die zich pas later openbaren.
Vroege complicaties
Trombose/longembolie
Trombose is het ontstaan van een bloedstolsel in een ader, waardoor dat bloedvat verstopt raakt. Als dit gebeurt in een bloedvat in de longen heet het een longembolie. Om te voorkomen dat u trombose krijgt na de operatie krijgt u bloedverdunners: medicijnen die ervoor zorgen dat het bloed minder snel stolt. Ook moet u vrij snel na de operatie weer in beweging komen om de bloeddoorstroming te bevorderen.
Wondinfectie
De wondjes kunnen gaan ontsteken als gevolg van een infectie. Dit geneest vanzelf door rust en regelmatige controle.
Buikvliesontsteking
Heel soms ontstaat tijdens de operatie een lek in de maagwand. Hierdoor kunt u een buikvliesontsteking krijgen. Dit komt maar heel weinig voor, maar als het gebeurt, moet u opnieuw geopereerd worden.
Obstructie
Obstructie betekent belemmerde doorgang van voedsel. In de eerste weken na de operatie kan het operatiegebied wat geïrriteerd en opgezwollen zijn. Hierdoor kan het moeilijk zijn iets te eten of te drinken. Daarom mag u de eerste vier weken na de ingreep alleen vloeibare voeding gebruiken. Zo kan het operatiegebied tot rust komen. Na deze periode kunt u in overleg met de diëtist langzaam weer wat vast voedsel gaan eten.
Complicaties op de langere termijn
Zenuwontsteking in vingers of tenen
Door zo’n ontsteking zijn de uiteinden van de vingers of tenen pijnlijk of gevoelloos. Dit kan ontstaan door een gebrek aan vitamine B1. U kunt dit voorkomen door vitamines te gebruiken en een goed uitgebalanceerd
dieet te houden.
Bloedarmoede
Bloedarmoede door een gebrek aan ijzer, vitamine B12 of andere vitamines. In een heel enkel geval ontstaat bloedarmoede door een maagzweer.
Huidplooien
Als u de maagband hebt, kunt u sterk afvallen. Daardoor kunnen er huidplooien ontstaan, met name bij buik, borsten, armen, benen en billen. Zo nodig kan de plastisch chirurg dit corrigeren. Deze ingreep moet wel apart worden aangevraagd bij de ziektekostenverzekeraar (door de plastisch chirurg) en wordt niet altijd vergoed. Informeer eventueel van tevoren bij uw ziektekostenverzekeraar.
Ontsteking van de slokdarm (oesofagitis)
De slokdarm raakt soms ontstoken. Dit kan bijvoorbeeld gebeuren als u langere tijd te grote stukken voedsel eet, als u het voedsel onvoldoende kauwt, of wanneer u iets verkeerds eet. Ook wanneer het bandje te strak zit, kan de slokdarm door zuurbranden ontstoken raken. In beide gevallen laat de obesitasverpleegkundige het bandje leeglopen om de slokdarm tijdelijk wat rust te geven. Ook kan de arts medicijnen voorschrijventegen de ontsteking van de slokdarm.
Gewichtsverlies:
Het is onmogelijk om te voorspellen hoeveel u na de operatie zult afvallen. Wel iseen gemiddeld gewichtsverlies bekend van patiënten die zijn geopereerd. Gemiddeld is er uiteindelijk een gewichtsverlies te verwachten van 10 BMIpunten. Nog verder afvallen kan alleen als u daar erg uw best voor doet, bijvoorbeeld door te sporten en door dieet te houden.
Voeding en beweging
Dankzij de operatie zult u afvallen. Maar met de operatie alleen komt u er niet! Na verloop van tijd went uw lichaam aan de nieuwe situatie. Als u niet voldoende lichaamsbeweging krijgt en u onvoldoende aan de dieetmaatregelen houdt, zal uw lichaamsgewicht geleidelijk weer toenemen. Voor een groot gedeelte van uw gewichtsverlies bent u dus zelf verantwoordelijk. Zodra u weer thuis bent is het al belangrijk om goed in beweging te komen, door iedere dag bijvoorbeeld te wandelen. Vanaf 2 tot 4 weken na de operatie doet u er verstandig aan om te starten met een programma om meer te gaan bewegen. Denk bijvoorbeeld aan joggen, zwemmen, fitness of fietsen.
Controles na de operatie
Een week na de ingreep komt u terug bij de verpleegkundige voor het verwijderen van de hechtingen en voor verdere instructies. Vervolgens komt u de eerste 2,5 jaar eens per 3 maanden terug voor controle. Daarna wordt het eens per half jaar. Vanaf 5 jaar na de ingreep komt u nog eenmaal per jaar terug. Deze controles zijn nodig om het resultaat van de operatie goed in de gaten te kunnen houden. Tijdens deze controles wordt iedere keer uw gewicht en eetpatroon
besproken. Afhankelijk hiervan kan de maagband desgewenst strakker of losser gezet worden. Dit gebeurt door met een speciale naald het reservoir aan te prikken dat direct onder de huid zit Ook komt u regelmatig bij de diëtist op controle om de voeding door te nemen.